Eye tracking bestaat al enkele jaren. Dat het nooit is doorgebroken voor commerciële usability onderzoek heeft te maken met een aantal beperkingen:
- De techniek is te complex om te gebruiken;
- Calibreren (afstemming van participant op het systeem) duurt te lang;
- Er is te veel data om eenvoudig te verwerken en te interpreteren;
- Eye trackers zijn erg duur.
Tegenwoordig zijn er eye trackers en software op de markt waardoor al deze beperkingen niet meer gelden.
De aanschaf van een eye tracker blijft behoorlijk prijzig en de data die je verzameld is overweldigend. Het opstellen van de apparatuur en het calibreren van de participanten is echter een fluitje van een cent.
Omdat er nu zo weinig technische beperkingen meer zijn zie we dan ook dat steeds meer usability onderzoekers gebruik gaan maken van eye tracking. Jakob Nielsen introduceerde het lezen in een F-patroon op basis van eye tracking en ook Kath Straub van Human Factors International gebruikt tegenwoordig eye tracking.
Dr. Eric Schaffer van Human Factors International is nog wat sceptisch maar volgens Kath Straub biedt eye tracking nieuwe waardevolle inzichten.
Ze refereert aan een studie van Agnieszka Bojko die onderzoek deed op twee verschillende versies van eenzelfde website. Met de tradtionale methoden van usability onderzoek en metingen zouden er weinig verschillen tussen beide versies worden gevonden. Dankzij eye tracking kon echter eenvoudig worden vastgesteld dat de ene versie vele malen effectiever en efficiënter is dan de andere versie.
Eye tracking levert nieuwe interessante inzichten op en het kan daarom wel eens een standaard methode voor usability onderzoek worden.
Bron: Heatwave! Leveraging heat maps (and other eye tracking data) to refine your information architecture
Nog geen reacties op "De toegevoegde waarde van eye tracking"
Plaats je reactie
Velden met een * zijn verplicht in te vullen